In de jaren 1930 en 1931 voetbalden leerlingen van de lagere school elke middag onder leiding van hun onderwijzer. Uit dit schoolvoetbal kwam in 1932/1933 het eerste clubvoetbal in Breedenbroek tot stand. De eerste clubnaam was KMD (Klein Maar Dapper) en de eerste wedstrijd werd tegen een Sinderense club SKC (Sinderense Knetter Club) gespeeld op een open plek in het dennenbos, Het Bosker, een speelveld waarop hier en daar een grote dennenboom stond. Dat betekende dat soms de bal uit de boom moest worden gehaald! Sinderen won met 1-0.
De toenmalige pastoor in Breedenbroek was een enthousiast voetballiefhebber. Zo enthousiast, dat hij tijdens de wedstrijd met zijn bonnet bij de supporters rondging en om een dubbeltje vroeg. De eerste opbrengst was ƒ 1,30. Uiteindelijk ontstond er een echte voetbalclub. Wat de naam van de club betreft dacht de pastoor aan Ajax B. Hij vond dat “deze ene club in den lande een klein broertje moest hebben”. Gestart werd in de 3e klasse van de RK Utrechtse Voetbalbond (UVB). Bij de (kampioens)wedstrijd tegen VVG2 ging de pastoor zo in het spel op, dat hij zich op het speelveld bevond, al aanwijzigingen gevend. Toen hem daarop werd gewezen -het spel werd stilgelegd- was zijn reactie “Pardon, ik had het niet gemerkt.”
Bij een andere kampioenswedstrijd -tegen NVC (Netterden)- ging een hard schot van Ajax B over het doel. Maar NVC had geen doelnetten en de scheidsrechter ‘zag’ de bal onder de lat doorgaan en daardoor won Ajax B met 3-2! In de oorlog werd het terrein door zo’n 30 granaattrechters doorploegd. Er waren dus heel wat gaten te dichten. Toch werd er al snel tegen een Engels militair elftal gespeeld, waarbij de entreegelden ten behoeve van de oorlogsslachtoffers werden aangewend. Opbrengst ƒ 200,-. Na de oorlog werd blijkbaar de discipline versterkt, want de toenmalige trainer eiste dat er van het eerste en het tweede team minstens twintig leden op de training verschenen. Dat betekende dat bijna niemand verstek kon laten gaan.
En dat zal de prestaties ten goede zijn gekomen! Ook de speelmogelijkheden werden verbeterd. in 1950 kwam een nieuw sportcomplex tot stand. Ook hier speelde de zelfwerkzaamheid van de leden een grote rol. Ajax B heeft zich al die jaren van zijn bestaan goed weten te handhaven.
